Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 07.01 On the Road Again

Nu Elf bij Kaz-han is teruggekeerd met de edelsteen kan de meesterproeve beginnen. Kaz-han leidt Elf naar het vuur, waar Elf uit ijzererts weer de meest pure staal wint. Nu er staal beschikbaar is, maakt Elf hiervan de stalen klappen en onderdelen die hij nodig heeft om het pantser te maken dat hij wil ontwerpen. Zijn eerste ontwerp likt niet helemaal in verhouding te zijn dus hij moet wat onderdelen opnieuw smeden. Na deze vertraging eindigt hij wel met een perfect vol pantser. Hierna wordt met grote precisie de edelsteen opgedeeld in kleinere stukjes en deze stukjes worden in een prachtig patroon ingelegd in de borstplaat. Hierna volgt misschien nog wel het meest delicate: Elf pompt al zijn magische energie in de kristalfragmenten. Na een volle dag aan het aambeeld, rijst er een schitterend versierde, glimmende, met edelstenen ingelegde Animated Armor op van de werkbank. Kaz-han is onder de indruk en wil de constructie toevoegen aan de collectie van voorwerpen gemaakt tijdens andere meesterproeven. Elf stemt hiermee in, waarna Kaz-han Elf benoemt tot volwaardig smid in de Clan Sundabar. Het koperen insigne va Moradin dat aan Elf's mantel hangt wordt ingenomen en vervangen met een gouden beeltenis van Moradin.

Moe maar voldaan komt Elf uit de werkplaats gelopen en vraagt aan Lia en Storm wat zij hebben gedaan in de afgelopen dag. Storm en Lia zijn enorm onder de indruk van het geanimeerde pantser dat achter Elf aanwandelt en feliciteren hem met het behalen van de proeve. Storm en Lia hadden in de tussentijd duidelijk minder succes. Storm heeft geprobeerd om zielen te winnen voor Bahamut - de mensen op de markt snappen vanuit hun eigen religieuze overtuiging dat Storm zo fanatiek is in zijn geloof, maar als ondergrondse burgers kunnen ze niet zoveel met een vliegende god. Lia heeft wat winkeltjes afgespeurd voor interessante spullen. Het meest magische dat ze kon vinden was een dobbelsteen waarvan de verkoper beweerde dat altijd op het getal dat je wil landt. Lia wil deze dobbelsteen kopen, maar vindt de vraagprijs van 100GP wat te hoog. De verkoper stelt dat je de investering er zo uit hebt als je ermee gaat gokken, maar Lia probeert de prijs fors te verlagen - "Wij zijn de helden die de Gnolls uit de Bovenstad hebben verjaagd!". De verkoper denkt echter dat zulke noeste helden toch niets hebben aan een valsspelende dobbelsteen en vraagt aan Lia op z'n winkel te verlaten.

Nu Elf klaar is met de proeve kunnen de Coole Gasten verder reizen naar Silverymoon. Iedereen neemt een uurtje om de laatste dingen te regelen: Lia en Storm gaan op zoek naar reisproviand terwijl Elf er nog even tussenuit knijpt om het winkeltje te bezoeken dat Lia noemde. Hij vraagt naar de dobbelsteen, krijgt te horen dat 'ie 100GP kost en overhandigt het gewenste bedrag aan de koopman. Een tevreden klant verlaat het pand.

De tocht naar Silverymoon zal ongeveer twee dagen duren. Na de eerste dag is het de bedoeling dat de Coole Gasten de heuvels rond Sundabar verlaten en het open veld rond Silverymoon betreden, de tweede dag leidt over vlak land. Op die overgang ligt het dorpje Eras Mans, Lia's geboortegrond, waar de Coole Gasten kunnen overnachten in de taveerne. Echter, halverwege de reis naar Eras Mans worden de Coole Gasten overvallen door een flinke troep Kobolds. Terwijl de voorhoede van acht Koboldstrijders op hen afstormt, roept de leider - een wat grotere Kobold die zich heeft opgedirkt met 'drakenvleugels' van hout en doek - "Grijp ze, we stoppen hun goud in onze zakken!". Ook een gepantserde, veel gespierdere Kobold stapt op hen af, en de chaos breekt uit. Lia schiet een Fireball naar de vijandige linies en schakelt een paar Kobolds uit. De Schilddrager is hier echter niet zo van onder de indruk en zet zijn mars voort. Hij steekt in op Storm in de voorhoede, maar mist helaas. De leider van de Kobolds blijkt magie te bezitten en formeert een vuurbal die Lia erg bekend voorkomt. Als deze van zijn handpalm schiet, blijkt het toch een iets andere spreuk te zijn, want de bal splijt in drie en ieder van de Coole Gasten wordt door een vuurstraal geraakt. Storm haalt met een machtige zwaai van zijn morgenster uit naar de Schilddrager en breekt zijn schild en arm in een klap! Elf laat zijn dolken inwerken op de kleinere kobolds en schakelt er eentje uit. De kobolds proberen terug te slaan, maar voordat er eentje Elf kan steken, schuift Storm zijn schild er gauw tussen. Een van de kobolds loopt iets terug van de frontlinie, pakt zijn sling en gooit een steentje naar Lia. Lia pikt dit niet, en legt weer aan met een fireball - deze keer gemikt op de kobold met de sling en de leider. De kleinere kobold maakt geen kans, de leider overleeft het wel ternauwernood. Hij schiet terug met een felgekleurde ba, maar gooit deze te wijd. Achter de Coole Gasten ploft de bal in de bosjes, welke vervolgens ontbranden. Storm, in de overtuiging dat de Schilddrager is uitgeschakeld, laat in twee machtige slagen zijn morgenster neerkomen op twee kobolds, en dat zijn er weer twee die stoppen met roken. Elf ziet echter dat de Schilddrager nog in actie is en op Storm afkomt, en verhelpt deze misser met een welgemikte Fire Bolt. De koboldstrijders vallen en masse aan op Storm en Elf, en een of twee van hun stoten vinden daadwerkelijk doel maar met weinig effect. Lia vuurt drie ballen van geconcentreerde magische energie af op de leider, die zwaargewond naar de grond gaat. Hij beseft zich dat zijn troepen deze strijd gaan verliezen en met een ongekende snelheid kruipt hij er over de grond vandoor. Terwijl Elf kort werk maakt van de overgebleven Kobolds, stormen Lia en Storm achter de leider aan en verlossen hem uit zijn lijden.


Elf doet een vlotte scan over alle gevallen strijders en merkt op dat de Kobolds forse beurzen bij zich hadden. Alles bij elkaar vindt hij 300GP, die hij gauw in eigen zak steekt. Ondertussen zien Storm en Lia dat de leider van de Kobolds een flinke rugzak in z'n vleugels had verwerkt. Hierin zit een gouden bord of plaat (zomaar 300GP waard), een bokaal (200GP), twee zilveren kandelaars (50GP/stuk) en een leren koker voor brieven of spreuken. Lia maakt deze meteen open om te zien of er een spreuk in zit, maar helaas, het blijkt een brief te zijn in een voor haar onbekend schrift. Storm herkent het as Draconisch en leest voor: "Aan onze toekomstige meester. Enige tijd geleden is de draak die onze clan leidde gevallen in de strijd en nu liggen hier al zijn schatten onbewaakt. Wij willen graag een nieuwe draak op ons nest en om onze goede trouw te bewijzen is hier vast een voorproefje van onze welvaart. Je kunt ons hier vinden: ..." Hierna volgt er een wat onduidelijke set aan instructies die de Coole Gasten niet helemaal kunnen plaatsen zonder kaart of een diepere kennis van de omgeving.

Terwijl de Coole Gasten de reis hervatten wordt het incident met de Kobolds nabesproken. De avond valt als de groep in de buurt komt van Eras Mans, en Lia wordt steeds stiller. Bij aankomst op de laatste heuvel voor het dorp - we kunnen de lichtjes al zien branden - stelt Lia zelfs voor om het dorp niet te betreden, maar om hier kamp op te slaan. Storm en Elf snappen er niet van en proberen haar naar het dorp te krijgen. Elf probeert zelfs om Lia naar het dorp te duwen, maar Lia wil hier niets van weten en duwt Elf van haar af met een luide donderknal. Dit geluid trekt echter de aandacht van twee elven, die tevoorschijn komen van net iets verderop de weg. "Gegroet reiziger," zegt de man, gekleed in een lang groen gewaad, "mijn naam is Rolen, en dit is Keyleth." Hij wijst naar zijn kompaan, een elvenvrouw met een wat donkerder huid en spierwit haar. Ook haar kleding is overwegend groen, maar ziet er iets praktischer uit dan dat van haar metgezel: goed gevoerde laarzen, beschermende leren banden om de mouwen en een gewatteerd leren vest. Keyleth neemt het gesprek over van Rolen. "En met wie hebben wij het genoegen?". Storm stapt naar voren en zegt "Storm, Dragonborn Paladin in dienst van Bahamut, mevrouw. En dit zijn Elf en ..." Als hij naar Lia wijst, staat daar heel iemand anders. Hoewel de vormen van haar gezicht er nog een beetje op lijken, is alles van half-elf naar vol-elf gegaan. "Ik ben ... Gia", zegt de vermomde Lia.

Rolen en Keyleth brengen de Coole Gasten naar de taveerne midden in het dorp. Onderweg wordt gewezen op het marktplein, de werkplaatsen en winkels van de smid, de wagenmaker, de kuiperij. Ook wordt de aandacht nog gevestigd op de heuvel met witte staande stenen, waar overheen een klimop welig tiert. Dat is de plaats waar de lokale druïde-cirkel bijeen komen om hun werk te doen, en Rolen en Keyleth maken deel uit van die cirkel. Eenmaal in de taveerne geeft de waard aan dat er op de eerste verdieping nog wel drie kamers beschikbaar zijn, en dat de stoofpot over een uur wordt opgediend. De Coole Gasten besluiten een uurtje naar hun kamers te gaan en zich even op te frissen.

Na een uur wil Lia haar kamer weer verlaten, maar haar vermom-spreuk is vervallen. Ze betovert zichzelf nogmaals, maar ze voelt aan haar magische krachten dat er energie meelift die er eigenlijk niet bij hoort. Nog voordat ze hier over na kan denken, hoort ze uit de kamer naast haar een schreeuw. Lia rent de gang op, gevolgd door Elf en Storm die de schreeuw ook in hun kamers hoorden, en uit de kamer naast die van Lia komt een oudere vrouw gerend. "Indringer!" gilt ze nog, en rent de trap af. Lia ziet hoe een monster met een bleke huid, grote bek en een lange donkere mantel haar aan staat te kijken in de kamer van de mevrouw, zich omdraait en het raam uit springt. Lia en Elf zetten de achtervolging in, Storm volgt even later via de trap. De indringer rent door het dorpje, richting de heuvel met de witte stenen. Hij duikt de cirkel in. Lia, Elf en Storm stappen ook de cirkel in, en daar zien ze Keyleth samen met twee andere druïdes. Een van de druïdes houdt z'n hand omhoog, waarmee hij de twijgen bestuurt waarmee het vreemde wezen wordt vastgehouden, en Keyleth mompelt 'Bah, weer een...'. 

Als Lia - in Gia-vermomming - vraagt wat Keyleth met die opmerking bedoelt, legt Keyleth uit dat het gebruik van magie er tegenwoordig toe leidt dat er ongewenst scheuren ontstaan tussen Eras Mans en de Feywilds. Storm werpt een blik op zijn magische lantaren en ziet inderdaad dat de gele vlam wordt omcirkeld met groene scheuten. Ook merkt hij op dat de vlam iets helderder brandt dan anders. Keyleth vindt dat Storm een mooi apparaatje heeft en geeft toe dat de magie meestal iets krachtiger is tegenwoordig. Daarom wil zij magie blijven gebruiken met de druïde-cirkel, maar Rolen wil geen risico's lopen met de scheuren naar de Feywilds. Keyleth besluit met 'Rolen is een slappeling', waarop Gia haar toebijt van niet! '... Eh ik bedoel, zo kwam hij niet over toen we hem net voor het eerst ontmoetten.' Keyleth zucht. 'Misschien heeft Rolen wel gelijk.. We moeten weten waarom onze magie is veranderd. Zeg, jullie zijn op weg naar Silverymoon toch? Kunnen jullie aan het Alustriel-college voor Magïers vragen of iemand onderzoek kan komen doen? Dan zorgen wij dat deze vreemde gast weer thuis komt.' Hier stemmen de Coole Gasten in, waarna ze teruggaan naar de taveerne voor een warme maaltijd en een goede nachtrust.

Reacties