Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 06.01 - Sundabar

Nu de mijn in Vriespunt is geopend, trekken de Coole Gasten verder naar Sundabar. Hier willen ze pogen om de diplomatieke relaties met de Dwergen in de Onderstad te verbeteren. De Dwergen zien de vertrokken bewoners als verraders en willen niets met Ascore te maken hebben.

De tocht naar Sundabar vanuit Ascore duurt iets langer dan een dag. De Coole Gasten maken kamp op langs de weg - ze vinden een beschutte plek op een rotsachtige ondergrond - en gaan slapen. Terwijl Storm de wacht houdt, wordt het kamp aangevallen! Twee Gnolls komen uit de bosjes en nemen Storm onder vuur. Elf en Lia worden in no-time wakker van het tumult, en de Gnolls. waarvan er eentje inmiddels in het kamp staat terwijl de andere van een afstandje pijlen afvuurt - worden in korte tijd verslagen. Een korte speur-actie leert dat deze twee Gnolls alleen waren en er geen andere directe dreiging meer is.

De tocht naar Sundabar wordt hervat, en aan het einde van de volgende ochtend komt de stad in het zicht. De verwoesting is compleet. Grote delen van de stadsmuur zijn geslecht, de meeste gebouwen liggen in puin, en in de noordelijke haven aan de Rauvin is een damwand gebroken waardoor een deel van de wijk rond de haven onder water is gekomen. De brug die de Rauvin oversteekt en naar het poortgebouw leidt, oogt nog ongeschonden. Eenmaal in  de stad is duidelijk te zien dat sommige gebouwen door een enorm monster zijn platgegooid, maar anderen zijn ingestort door tunnel-instortingen - de bovenste laag van de Onderstad heeft zo te zien ook wel wat te lijden gehad, en de verwoesting daarvan heeft veel kuilen gemaakt in de Bovenstad van Sundabar.

Direct naast de poort Sundabar in, zit een enorme brede trap die in een spiraal naar beneden leidt. Onder aan de trap zit een zware, vergrendelde deur. De Coole Gasten kloppen aan en het gezicht van een Dwerg verschijnt door een luik in de deur. "Wat mot dat, " gromt hij. de Coole Gasten geven aan uit Ascore te komen en diplomatieke relaties op willen starten. Daar hebben de Dwergen geen oren naar, en de poort blijft sowieso dicht zolang de Gnolls door de Bovenstad trekken.

De Coole Gasten nemen dit als teken dat er weer een stad schoongeveegd moet worden en gaan op pad. Ze lopen de hoofdstraat in, en bij een van de eerste steegjes die ze passeren, wordt Lia door een arm gegrepen en de steeg ingetrokken. Ze wordt tegen de muur aangehouden door een kleerkast van een man met een Glaive - geen Gnolls maar een Goliath. Hij blijkt Vimak te heten en is 'deurwaarder' voor een lokale dievenbende, de Vlugge Vingers. Ook hij is op jacht naar de Gnolls, want zijn partner Merel is gekidnapped. De Gnolls willen Merel laten praten, maar Merel kan dat niet.

Samen met Vimak trekken de Coole Gasten naar de hoofdbasis van de Gnolls in Sundabar. In een deels ingestorte loods zitten meerdere Gnolls verschanst, waaronder hun jachtleider. Elf besluit om de Coole Gasten naar de achterkant van de loods te leiden, en daar is een deur uit de sponning gekomen. Dit zou inkijk in de loods moeten geven, maar een deel van het dak is ingestort en beperkt zo het directe zicht. Als de Coole Gasten door deze impromptu gang lopen, krijgen ze toegang tot de loods, waar de Gnolls zich hebben verscholen. De loods is zo'n dertig meter breed; aan de verre kant loopt een Gnoll met een boog te patrouilleren tussen de voordeur en een raam daarnaast, vlak voor de Coole Gasten staat een tweede wachter en een derde zit achterin de ruimte iets te eten. In het midden van de kamer ligt een Kenku vastgebonden o een tafel, en daarnaast staat een grote Gnoll met aan een halsband een Gnoll die meer dier dan mensachtige is.



Elf duikt meteen de drukte in, springt over de tafel en bewerkt de grote Gnoll midden in de kamer. Storm neemt stelling tegen de wachter die vor 'm staat en Lia rekent met de wachter aan de verre kant van de kamer af met een Fireball. Vimak geeft dekking aan Elf en treedt in gevecht met de etende wachter. De grote Gnoll laat de beestachtige Gnoll los en duikt zelf ook het gevecht in. Dat wordt 'm moeilijk gemaakt omdat Lia een magische blindheid over hem heen legt. Met speels gemak duikt Elf om zijn slagen heen en slaat zelf toe. Storm brengt alle macht die Bahamut hem geeft te berde tegen de wilde Gnoll. Vimak en de laatste wachter blijven maar om elkaar heen dansen, op zoek naar een opening. Terwijl de jachtleider nog steeds blind om zich heen maait, rekent Elf met hem af. Storm en Lia geven ondertussen de beestgnoll klop, en eindelijk weet Vimak de overhand te krijgen tegenover de laatste wachter.

Als de rust wederkeert, wordt Merel losgeknoopt van de tafel. Merel gebaart Dankjewel, vertaald door Vimak. Nu Merel bevrijd is, kunnen de Vlugge Vingers weer doen wat ze deden: overlevenden zoeken en van zij die het niet gered hebben hun welvaart een tweede kans geven. De Coole Gasten nemen het bewijs van het verslaan van de Gnoll-leider mee terug naar de poort van de Onderstad. Z'n afgehakte hoofd telt als bewijs, toch?

Reacties