Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 04.06 - Fort-stormers

Bij het eerste licht gaan de Coole Gasten naar de taveerne de Hemelpoort. Hier treffen ze de Heren van de Raad aan, die net aanschuiven voor een gezamenlijk ontbijt. Met hen wordt overlegd hoe het fort ingenomen kan worden. Terwijl Imzadi, Marie-Claire en Lia doornemen wat ze in het algemeen weten over demonen, wil Robert meer weten over de mythal. Lia laat aan Robert het boek over de bouw en geschiedenis van Ascore zien en Robert begint enthousiast te bladeren. Van Samira de gevangengenomen demonencultist heeft de Raad geleerd dat Lord Damian nog niet zo veel troepen heeft kunnen verzamelen. Wat 'ie al wel heeft, loopt patrouille op het terrein tussen de poort achterin de Klopstraat en het Fort. Een directe aanval lijkt dan ook onverstandig, want de stadswacht beschikt niet over zoveel brute kracht.

De Coole Gasten zouden kunnen proberen om via dezelfde achterdeur naar binnen te sluipen als waar Samira vandaan is gekomen, maar ook die deur zal wel bewaakt worden nadat Samira daar betrapt werd tijdens haar uitbraak. Ineens vraagt Robert waarom er in het boek onder een van de blauwdrukken van Fort Ascore staat dat je ook "met geluk in het kasteel kan komen". Lia weet het niet - hoewel het boek in het Elfs is vertaald uit het originele Dwergs, heeft het woord 'geluk' in het Elfs geen dubbele betekenis. Dan schiet het Elf te binnen dat dit wel geldt voor het Dwergs. Het woord 'Geluk' is heel nauw verbonden met de naam van 'Vergaduin', de dwergengod van geluk en handel. En op het marktplein staat een standbeeld van Vergaduin!

Meteen springen de avonturiers op om naar het plein te gaan. Aan de voet van het standbeeld staat een marktkoopman z'n pruimen aan te prijzen, maar die wil z'n kraampje wel verplaatsen als hem duidelijk wordt wat de Coole Gasten van plan zijn. Het standbeeld, een vierkante, granieten sokkel van 1,5 meter aan iedere kant waarop een goddelijke dwerg staat met zijn armen voor zich uit, staat tegen een deel van de stadsmuur aan dat tussen het handelsdistrict en het fort in loopt, aan de voet van de heuvel. Het standbeeld wordt grondig onderzocht en uiteindelijk wordt een geheime deur ontdekt die toegang biedt tot een redelijk smalle grot die de heuvel inloopt.

De Coole Gasten duiken er in, Storm voorop die de weg verlicht met zijn magische morgenster. Na twintig minuten stevig klimmen en veel gedraai komen de avonturiers uit bij een deur, waar achter een opslagruimte is. Er staan oude standaarden, waar ooit banieren op hebben gehangen maar waar nu enkel nog wat draden van over zijn, en verder nog wat verweerde stoelen en tafels. Lia ziet dat een van de tegels bij de deur aan de andere kant van de ruimte niet echt recht ligt en vermoedt dat er een val onder zit. Elf bevestigt dat er inderdaad een val is geplaatst, maar is niet bij machte om deze onschadelijk te maken. Storm besluit dat het beter is om de val af te laten gaan, en gooit van een afstandje z'n oude maliënkolder er op. Dit laat de losse tegel inzakken, waarop een glazen flesje breekt en onder de tegel uit een groen gas de ruimte vult. Kuchend rennen de Coole Gasten door de deur, een gang in.

In deze gang lopen ze een demon tegen het lijf, maar drie tegen een is echt niet eerlijk... Nadat de helbewoner een enkele en onvrijwillige terugreis naar de plane van herkomst heeft aangeboden gekregen, zien onze avonturiers meer details van de gang waar ze in staan. Een aantal deuren, een T-splitsing naar nog meer gangen en achter zich een trappenhuis naar een hoger- en een lagergelegen verdieping. Eerst worden de deuren in deze gang geopend. De eerste deur biedt toegang tot wat ooit een linnenkamer moet zijn geweest; de schappen zijn leeg, maar aan de schappen en het karretje wat hier staat te zien was dit een linnenkamer zoals Storm die ook herkent van het klooster waar hij het grootste deel van z'n opleiding heeft gedaan. De kamer ernaast moet een wasruimte zijn geweest, en het opmerkelijke is dat er dor een trog in de grond water stroomt.

De Coole Gasten gaan verder door de gang, een hoek om. Hier vinden ze een bruggetje waaronder het water stroomt dat naar de waskamer loopt, en een tweede ruimte waar ze nog niet in zijn geweest. Dit water komt van een open, verticale schacht waarin het water omhoog loopt. In die schacht hangt een set koperen ringen, die zo te zien een deel van de stroom geleiden om onder de brug door te lopen. De Coole Gasten zijn verbaasd over deze ontdekking, en Lia redeneert dat er waarschijnlijk een tweede - veel kleinere - mythal het water uit een ondergrondse rivier haalt. Dit zullen we later nader moeten bekijken; een blik in de schacht naar beneden laat nog een set van die ringen zien, maar niet veel meer dan dat.

De tweede ruimte die van water wordt voorzien bevat een aantal koperen installaties, waarvan Elf al snel doorheeft dat het een verwarming voor het water is. Verder staat er in deze ruimte een aantal badkuipen; dit is zo te zien een badhuisje geweest. Verder zijn op deze verdieping nog een keuken, eetzaal (voor personeel) en voorraadruimte gevestigd. De Coole Gasten discussiëren even of ze naar boven moeten, richting troonzaal, of naar beneden. Misschien zitten de overgebleven cultisten nog in de kerkers. Uiteindelijk besluiten ze naar beneden te gaan.

Op de onderste verdieping van Fort Ascore zien de Coole Gasten een absoluut massieve deur, die ze met geen mogelijkheid open krijgen. Net na die deur loopt ook hier een stroompje door de gang, en hoewel de schacht vanaf het bruggetje niet te zien is, zien ze aan de andere kant wel hoe het stroompje uitkomt in een groot reservoir - waarschijnlijk voor noodgevallen. Achter de brug loopt de gang naar een cellencomplex. er zijn op dit moment geen wachters aanwezig, maar wel zijn er nog twee cultisten. Zij zijn duidelijk te zwak om de Coole Gasten ook maar ergens mee te helpen. Storm schuift wat rantsoenen en water uit het reservoir door de tralies en als het kasteel is heroverd op Lord Damian moeten we niet vergeten om tegen Guiseppe te zeggen dat hij gasten heeft.

Tegenover de kerkers zit een deur op slot, maar dat is geen probleem voor Elf. Ook de val die op deze deur zat wordt onschadelijk gemaakt, waardoor onze helden een Lightning Bolt bespaard blijft. Achter de deur vinden de Coole Gasten een schatkamer - waarschijnlijk de Koninklijke Reserve van de voormalig heersers van Ascore. Hoewel veel van de schatten mee zijn genomen bij het verlaten van de stad, 700 jaar eerder, ligt er nog een heleboel aan goud, sieraden en andere waardevolle spullen. De Coole Gasten besluiten om het gros te laten liggen voor de wederopbouw van Ascore, maar steken een kleine gage in eigen zak. Verderop in de gang zien de Coole Gasten een ruimte waar zo te zien kennels hebben gezeten. In de kooien zitten nu drie Grote Ratten. Op een bankje langs de muur van de kamer ligt een demon te tukken. De Coole Gasten besluiten om hier voorbij te sluipen en de trap aan de andere kant van de gang te nemen, twee verdiepingen omhoog.

Op de begane grond van het fort loopt een lange gang vanuit het trappenhuis, waar aan de linkerkant verschillende grote werkkamers zitten - audiëntiehallen  waarin hoogwaardigheidsbekleders de zaken regelen die niet meteen aan de koning hoeven worden voorgelegd. Een grote set dubbele deuren biedt toegang tot de troonzaal. Het kost de Coole Gasten weinig moeite om te zien hoe hier langs de muren een lange rij wachters staat, met publiek op de tribunes erboven. Uiteindelijk opent de troonzaal naar een podium waarop twee tronen staan. Naast iedere troon komt een metalen staaf uit de grond, met een bol aan de bovenkant. Boven de tronen hangt een kroonluchter, gemaakt van drie armen met aan iedere arm zeventien rode kristallen. Tussen beide tronen in hangt een wazige rode scheur in de lucht.

Lord Damian, demonenheerser in Fort Ascore, komt van het podium afgestapt en roept "Dwaze stervelingen, jullie kunnen mij niet tegenhouden. Sterf!" Met een enorme sprong klapt hij z'n vleugels uit en duikt, speer eerst, naar beneden. Storm weert de slag af met z'n schild. Terwijl Storm en Elf de strijd fysiek aangaan, probeert Lia met haar magie zijn geest te overrompelen, maar helaas zonder effect. De Cambion maakt goed gebruik van z'n speer om Storm en Elf van zich af te houden, maar toch weet Elf het gaatje te vinden om een van zijn vleugels zwaar te beschadigen. Hierop rent Lord Damian terug naar de troon, en met een vuurschicht uit z'n handpalm roept hij hulptroepen op door het portaal. Lia vuurt een batterij magische projectielen af die z'n andere vleugel onbruikbaar maken en vlak voordat de versterking geheel door het portaal weet te komen, slaat Elf toe. Met een acrobatische rol komt Elf precies terecht tussen Damian en het Portaal, pakt zijn dolken en gooit er eentje naar het strottenhoofd van Lord Damian. Terwijl de dodelijk getroffen demon naar de grond zakt, vliegt de tweede dolk af op de half-gevormde demon in de opening van het portaal en ook die zakt ineen.

Nu de demonenheerser is verslagen, spoeden Elf en Lia zich naar de tronen. Beide leggen een hand op de metalen staven, ze voelen hoe het metaal gretig een beetje van hun levenskracht opzuigt, en boven hen beginnen de armen van de mythal rond te draaien. Terwijl de kristallen in ogenschijnlijk onmogelijke patronen ronddraaien, schiet er een energieflits uit het midden van de kroonluchter en het portaal sluit zich. Triomfantelijk verlaten de Coole Gasten de troonzaal om de poort van het kasteel open te maken voor de stadswachten van Ascore, op de hielen gevolgd door de Heren van de Raad en de bevolking van Ascore. Een groot feest zal spoedig volgen.

Reacties