Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 04.04 - Wedding Crashers pt1

Nadat de Coole Gasten orde op zaken hebben gesteld in het handelsdistrict, besluiten ze om de ochtend rusting door te brengen in hun huisje. Van ongeveer zeven uur 's ochtends tot net na het middaguur besteden ze aandacht aan hun wonden, hun verkregen magische voorwerpen en hun algemene welzijn. Minous komt in deze tijd niet terug naar het huisje. Lia ontdekt in deze tijd dat de magische ring die ze uit het doosje bij Hamsa's Handelshuis had gehaald een Ring of Protection is. Ook blijkt de mantel die ze heeft meegenomen uit de Klopstraat een Cloak of Featherfall te zijn. Elf's dolk is een Ice Dagger, waarvan de wonden extra zeer doen door directe bevriezing.

Na het middaguur trekken de Coole Gasten vanuit hun huis naar Herberg de Hemelpoort, om met de Heren van de Raad te bespreken wat de volgende actie moet worden. Boven hen pakken donkere wolken zich samen, en het kan nooit lang meer duren voordat het gaat regenen in Ascore. Nog voordat de Coole Gasten bij de herberg zijn, horen ze een alarmbel rinkelen. Het is de bel van de wachtpost direct naast de herberg, bij de poort die het tempeldistrict in loopt. Daar aangekomen blijkt Brett er op wacht te staan. Zijn bezorgde blik klaart op als hij Storm op zich af ziet lopen, gevolgd door de andere Coole Gasten. "Fijn dat je er bent, Storm! Zojuist kom er een vreemd monster over de muur en voor dat iemand kon reageren, pakte hij Imzadi op en vertrok weer!". Navraag levert op dat dit monster, hoewel wat gebogen, ongeveer de twee meter aantikte. Hij liep op vier poten, maar kon zich ook op alleen z'n achterpoten richten en met z'n armen pakte hij zo Imzadi beet. Hij is een erg goede klimmer en had een grijze huid. Lia raakt geïrriteerd omdat Brett het woord zuiver op Storm richt, en tovert een paar (illusionaire) ezelsoren op Brett. Het lukt Storm om z'n grootste aanbidder niet in het gezicht uit te lachen.

De Coole Gasten besluiten om meteen de achtervolging in te zetten en lopen door de poort. Het begint inmiddels te regenen als de Coole Gasten het Tempeldistrict in zich opnemen. In het Tempeldistrict is bijna geen bouw aanwezig, behalve de enorme kathedraal van Dagmaren bovenop de heuvel, en een klein kapelletje op de begraafplaats die tussen de poort en de kathedraal tegen de heuvel aan ligt. Het pad slingert tegen de heuvel op naar de kathedraal, met bochten om de steilste plekken en uitstekend gesteente te omzeilen. De Coole gasten volgen het pad naar de kathedraal tot ze bij de begraafplaats komen. Het pad loopt vlak langs de kapel. Om zeker te weten dat de Coole Gasten geen bedreigingen in de rug laten zitten, wordt de kathedraal aan een onderzoek onderworpen. Een blik door de half openstaande deur laat zien dat de kapel veel te lijden heeft gehad in de afgelopen zevenhonderd jaar. Er zitten gaten in het plafond - waar de regen inmiddels doorheen komt -, de meeste ramen zijn kapot en de inrichting is compleet vergaan. Nog voor ze meer waar kunnen nemen, schiet er een grote gele duizendpoot-achtige door de deur naar buiten en staan de Coole Gasten oog in oog met een Carrion Crawler.

 De Crawler duikt naar voren maar Elf weert de aanval af en slaat terug met zijn dolken. Lia probeert om de Crawler te verblinden, maar de magie krijgt geen vat op het monster. Storm verkoopt 'm een rake klap met zijn hamer en nadat Elf nog eens is losgegaan met zijn dolken draait de crawler zich om. Hij probeert om tegen de muur van het kapelletje op te klimmen, maar nog voor hij zich goed en wel heeft omgedraaid, veegt Storm hem met een fiere hamerslag weer naar beneden. Elf maakt het karwei af en terwijl het genootschap nog uit staat te hijgen klimt er een tweede Carrion Crawler over het dak van de kapel naar beneden. Als een dolle stort de Crawler zich naar beneden om Storm te bespringen, maar die weet nog net op tijd aan de kant te springen. Opnieuw probeert Lia haar verblindings-spreuk en deze keer met succes! Nu deze Crawler verblind is, maken Storm en Elf ook van deze jongen korte metten, en de doodssteek wordt toegebracht door Lia. Nu de Carrion Crawlers verslagen zijn, blikken de Coole Gasten nog een keer rond in de kapel en zien geen verdere dreigingen of waardevolle spullen. Ze trekken verder naar de kathedraal.

De kathedraal heeft een grote klokkentoren midden in de voorgevel, en de achtergevel wordt geflankeerd door nog eens twee grote torens. Tussen deze drie torens ligt het hoofdgebouw van de kathedraal, met langs de zijkanten diverse aanbouwen voor andere doeleinden. de nok van het dak loopt vanaf de klokkentoren recht naar achteren tot tussen de twee achterste torens, en het heeft een gebroken kap; vanuit de nok loopt het dak af tot aan de twee torens aan de achterkant, dan een stuk recht naar beneden, en dan weer schuin over de uitbouwen. Elf besluit om stilletjes door openstaande deur te sluipen en werpt een blik op het interieur van de kathedraal.


Elf ziet hoe de nok wordt ondersteund door drie grote pilaren die midden in grote zaal staan. Hij ziet hoe een rij van pilaren langs beide zijkanten van de ruimte een balustrade ondersteunen die als een ring langs de zaal loopt. Onder die balustrade zitten allerlei deuren naar zijruimtes, op de balustrade zijn drie deuren die zo te zien toegang bieden tot de eerste verdiepingen van de torens. Achterin de zaal zijn twee grote dubbele deuren en ertussen ligt een podium. Op dit podium staat een enorm kerkorgel en achter dat orgel zit iemand verschrikkelijk vals te spelen. Deze orgelspeler is monsterlijk groot, heeft gebogen schouders en is helemaal grijs! Elf herkent het signalement en roept via de telepathische band die Lia met hem onderhoudt dat er gevaar is. Lia en Storm razen naar binnen en het monster hoort dit. Hij schrikt op, neemt een aanloopje en springt zo de balustrade op. Nog voor Storm en Lia halverwege de grote zaal zijn, is het monster al in een van de torens verdwenen. Lia geeft Elf een uitbrander: er was helemaal geen direct gevaar, het monster had Elf nog niet eens opgemerkt. Als Elf nu had gezegd dat hij het monster zag en dat die z'n orgelspel zat te oefenen, dan hadden Storm en Lia 'm misschien ook kunnen besluipen. Elf belooft beterschap.

Om er zeker van te zijn dat ze zich maar over een monster druk hoeven te maken, gaan de Coole Gasten eerst op de begane grond alle kamers af. Zo komen ze erachter dat de dubbele deuren de kerk uit leiden, een terras op dat achter de kerk voor een meter of veertig doorloopt, tot aan de kliffen van Ascore. Ook ontdekken ze dat de begane grond van de torens geen toegang biedt tot de hogere verdiepingen van de torens; ze zullen op de balustrade moeten kijken. Alle andere ruimtes aan de linkerkant van de grote zaal hebben een praktische toepassing. En hoewel het gebouw zelf nog in goede staat verkeert, is de inboedel inmiddels compleet vergaan. De alkoven aan de rechterkant zijn gebedsruimtes voor andere goden. Naast vier andere dwergengoden is er ook ruimte gemaakt voor Sehanine Moonbow, God van de elven, en Flandal Steelskin, een god van de Gnomes. De Coole Gasten gaan de trap op om de linkertoren te onderzoeken.

De deur leidt vanaf de balustrade naar een gangetje dat eindigt in een trap naar de tweede verdieping. Op de eerste verdieping blijken drie slaapzalen te zitten. De eerste biedt ruimte aan vier stapelbedden, de tweede aan twee normale bedden, en de derde - even zo grote - kamer heeft slechts een bed, een bureau en een kist voor persoonlijke eigendommen. Ieder van  de Coole Gasten doorzoekt een van de kamers, en het is Elf die het geluk heeft op de kist te stuiten. De kist zit op slot, maar dat is eerder een aansporing voor Elf dan een hindernis. Nadat hij het slot heeft opengewerkt, ontdekt hij een buidel van 250GP. Nadat Storm klaar is met het inspecteren van zijn kamer, loopt hij naar Elf en ziet de kist. "Zat er nog wat in, Elf", en Elf ontkent. Iets in z'n stem echter zegt Storm dat Elf staat te liegen. Na enig aandringen breekt Elf. "Oké, er zat inderdaad een beetje goud in de kist, maar ik zal het delen. Hier is jouw deel...". Elf overhandigt Storm twee goudstukken. Lia komt op dit moment ook binnen en krijgt ook haar 2GP uitgereikt.

Voldaan gaan de Coole Gasten een verdieping omhoog en komen aan in een wapenkamer. Hier staan diverse wapenrekken en standaarden om pantser op uit te hangen, maar alles is leeg. Althans, bijna alles. Boven een stenen schijf draait, in een straal van Goddelijk licht, een morgenster rond. Enige probleem is dat er tussen deze morgenster en de Coole Gasten een metalen hek zit. Elf besluit om Mage Hand op de morgenster af te sturen. Hij roept de arcane energie bij elkaar om Mage Hand achter het hek te laten manifesteren, maar voelt dat er een energie is die hem tegenwerkt. Elf concentreert zich om zijn Mage Hand alsnog door deze weerstand heen te drukken, en slaagt hier in. De Mage Hand vliegt naar de morgenster, pakt deze beet en zweeft terug naar het hek. De kop van de morgenster past echter nog tussen de spijlen van het hek door. Lia gebruikt haar magie om de morgenster te doen krimpen. Ook zij ondervindt de weerstand, maar ook zij weet erdoorheen te drukken. Storm neemt de morgenster in ontvangst en de Coole Gasten gaan nog een verdieping omhoog.

Op de derde verdieping houdt de trap op. Als het monster dus deze toren is ingevlucht, dan zal die ergens op deze verdieping zitten. De Coole Gasten staan op een overloop met drie deuren. Achter deur nummer een zit een badkamer, deur nummer twee biedt toegang tot een zit- en slaapkamer. Achter deur nummer drie hoort Elf echter geroezemoes. Storm beukt de deur in, en in de kamer staat het monster. De kamer is een studeer- en werkruimte, met een bureau, een paar boekenkasten en een balkonnetje. Het monster kijkt enigszins geschrokken op naar de Coole Gasten, springt door de balkondeuren heen en valt zo van het balkon af! Lia rent naar voren en ziet hoe het monster als een blaadje in de wind naar beneden wiegt, zich een keertje afzet tegen de stenen van de toren en zo op de nok van de grote zaal landt. Nu het monster verdwenen is, doorzoeken de Coole Gasten wat waarschijnlijk de vertrekken van de bisschop zijn geweest. Op zijn werkbureau treffen ze een nog onbekende toverspreuk aan die Lia later wil gaan bestuderen. De Coole Gasten verlaten de toren en gaan weer op zoek naar het monster; als hij de nok heeft gevolgd, zal hij waarschijnlijk wel in de klokkentoren zitten!

Reacties