Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 04.01 - Door de Poorten van Ascore

Onze avonturiers nemen de uitdaging aan van Markies Guiseppe om Ascore schoon te vegen van ongewenste gasten, zodat de voormalige bewoners van Sundabar in deze verlaten stad hun intrek kunnen nemen. Achter de poorten van Ascore vinden ze hoe het zand van jaren ongebruik zich in de straten heeft opgebouwd. Een gure wind waait door de schemerige straten, want hoewel de zon al op is gloort deze in dit noordelijke oord nog niet over de stadsmuren. Uit de kathedraal in de verte klinkt eenmaal een ijzingwekkende klokslag.

Als eerste wordt De Wijk aangepakt, een woonwijk waar het Puttersplein en Taveerne de Hemelpoort de grootste attracties zijn. Nog voordat de helden op het plein zijn aangekomen, worden ze bestookt door twee cockatrixen die uit een ongezien steegje komen geschoten. Dankzij Elf's scherpe zintuigen wordt het genootschap niet volslagen verrast, en zijn ze in staat zichzelf te verdedigen. Gelukkig wordt er tijdens deze schermutseling niemand gebeten, want de kans bestaat dat je versteent van een cockatrice-beet; nog sterker, het gevecht gaat aardig in de andere richting. Als een cockatrice dood op de grond valt, besluit de tweede te vluchten. Ver komt die echter niet, want uit de hemel komt een nog gevaarlijker roofvogel neergedaald. Een Peryton, vleugels van een enorme adelaar, veren in bonte kleuren, bekroond met een kop waar een gewei op zit, maakt een snoekduik op de gehavende cockatrice en scheurt 'm aan stukken! Hierna richt ook dit monster z'n aandacht op de Coole Gasten, maar ook deze uitdaging wordt het hoofd geboden. Nadat Storm en Lia het monster wat weker maken na achtereenvolgens toepassingen van Lightning Breath en Burning Hands, maakt Elf het karwei af met de dagger-dagger techniek. Het gewei komt los van de schedel, en met de bloedfontein die dit veroorzaakte stroomt het leven uit de Peryton.

Hierna komen de avonturiers aan op het Puttersplein. Het plein zelf is verlaten, waardoor het de avonturiers des temeer opvalt dat er veel herrie uit de taveerne komt. Vreemd, voor een stad die al 700 jaar als verlaten geldt. Elf sluipt achterom, en door de achterdeur betreedt hij de hal van de taveerne. Hij sluipt geruisloos om de keuken heen en werpt een blik in de gelagkamer: meer dan tien Boggles zijn hier een stevige fuif aan het bouwen! Er staan Boggles op de pooltafel met afgebroken stoelpoten te hockeyen, er hangen Boggles in de kroonluchter, er ligt een Boggle onder de tap - die staat al 700 jaar droog, maar je kan het proberen, toch - en terwijl Elf dit staat te bekijken, glijdt er een Boggle met een vreugdekreet door de schoorsteen naar beneden. Onder een dikke roetpluim zwelt het feestgedruis aan tot een nieuw hoogtepunt en Elf sluipt er in deze chaos weer snel vandoor om verslag te doen.

Storm, met achter hem aan Lia en Elf, besluit dat dit feestje lang genoeg heeft geduurd en stapt door de voordeur. Het is meteen gedaan met de pret, en de Boggles willen onze avonturiers bestormen. Nog voor ze een kans krijgen, gebruiken Lia en Elf de combinatie Grease/Firebolt, en de pooltafel vliegt in vlammen, met Boggles en al. De Boggles die erboven zitten in de kroonluchter voelen de vlammen aan hun hielen likken en zoeken een veilig heenkomen. Alle andere Boggles bestormen de Paladin, die er met een machtige zwaai van z'n Warhammer twee tegen de toog aan slaat. Hoe hard de Boggles hun vuistjes ook ballen, Storm heeft er geen hinder van. Lia volgt het pyrotechnische geweld op met een Burning Hands, en nog twee Boggles - die uit de kroonluchter waren neergestreken op de bar - verliezen het leven. Elf jaagt een derde Boggle de keuken in en rijgt 'm aan z'n dolken. Storm rekent in de gelagkamer af met nog twee Boggles, als er een Boggle door de keuken rent, de hal oversteekt en de trap naar beneden afroetsjt. Elf zet de achtervolging in, maar van bovenaan de trap ziet hij hoe de Boggle een stukje krijt pakt, op de grote deur onderaan de trap een kleiner deurtje tekent, z'n tong naar elf uitsteekt, en zo door het kleine deurtje heen stapt.


  1. Elf, Storm en Lia zetten de achtervolging in en stappen door een deur waarop staat "De Proef - Eerste Proef: Beproeving van Snelheid". In de gang erachter gaan twee pendules met scherpe bladen als heen-en-weer zwaaiende slagersmessen op en neer, en belemmeren de doorgang. Lia besluit om haar snelheid te beproeven, maar timet haar sprong verkeerd en krijgt een behoorlijke klap van de zwaaiende bladen. Ze landt wel achter de bladen, waar ze een hendel vindt. Overhalen van deze hendel resulteert in het stoppen van de bladen, en ook Storm en Elf komen dichterbij. Achter de bladen loopt de gang dood bij een muur waarin een koofje is uitgehakt. In de koof staat een klein houten kistje. Elf opent het kistje en vindt een van kristalglas geblazen replica van een anderhalf hands-zwaard. Als hij dit uit het kistje neemt, schuift de muur open en wordt een korte gang met deur getoond.
  2. Boven deze deur staat "De Beproeving van Moed". Storm opent de deur en stapt in een ronde kamer. Op de vloer ligt een skelet - blijkbaar iemand die de Beproeving van Moed niet overleefd heeft - en in de verre muur zit zo'n zelfde koofje met kistje. De andere leden van de party stappen de kamer in, en nog voordat ze het kistje kunnen openen, verrijst het skelet en trekt een enorm tweehandig zwaard tevoorschijn. Storm realiseert zich nu dat dit de Beproeving is, en met alle macht die Bahamut in 'm heeft gestopt brengt hij z'n Warhammer neer op het skelet. In een machtige slag slaat hij het skelet volledig tot poeder en toont zijn moed. In het kistje zit een kristallen ei, en bij het oppakken schuift ook hier de muur aan de kant om de doorgang te tonen.
  3. Boven de volgende deur staat "De Beproeving van Geluk". In de kamer erachter zit het koofje met kistje achter een gesloten valhek. In de zijmuren zijn twee ijzeren platen bevestigd en in het midden van de kamer zitten drie identieke hendels in de vloer. Al snel hebben de Coole Gasten bedacht dat de deur met slechts een van de hendels opengaat, en de andere twee vast niet veel goeds brengen, maar ja... Lia besluit om niet haar geluk te beproeven, maar om alle drie de hendels tegelijk te bedienen. Ieder pakt een hendel, en een, twee, drie, go! Tegelijkertijd schiet er tussen de twee ijzeren platen een bliksemflits door de kamer - Lia en Elf ontwijken deze en Storm was er wel toe om even op te laden - gaat de portcullis omhoog, en komen de muren ineens op elkaar af! Snel rent iedereen onder het nog rijzende valhek door en kijkt in het kistje. Lia vindt een kristallen beeldje van een kat en de muur schuift opzij.
  4. Een korte gang leidt tot een deur met de tekst "Beproeving van Beheersing". Achter deze deur zijn vier kamers aangebracht die met een open kant op een hal uitkomen. De eerste ruimte is de werkruimte van een tovenaar, te zien aan alle boeken, potten met magische ingrediƫnten, aantekeningen et cetera. Lia stapt de ruimte in en pakt een van de boeken uit de kast. De inrichting van de ruimte blijkt een illusie te zijn en in plaats van boeken zit er een rattenplaag in de kast. De beesten rennen alle hoeken van de kamer in, proberen (tevergeefs) Lia te bijten en zoeken een veilig heenkomen. In de tweede kamer staat het lekkerste eten dat Elf ooit gezien heeft: Varken vers van het vuur, taart, grote pullen wijn en bier, fruit en brood. Jammie! Elf stapt naar voren om een hap van het varken te nemen, maar net voordat hij dat doet, trekt er een rimpeling door z'n zicht en ziet hij door de illusie: er ligt eten, maar het is beschimmeld en als hij dit eet, wordt hij ziek. In de derde ruimte ligt een kei in het midden van de kamer, maar verder niets. Vreemd, hier worden we niet beproefd... De vierde en laatste ruimte ligt afgeladen met rijkdommen. Stapels gouden munten en baren, kettingen met ingelegde edelstenen, zilveren schalen, gouden bokalen ingezet met robijnen, en nog veel meer. Storm's drakenbrein roept meteen 'GOUD, GOUD!' door z'n hersenpan, en ook zijn geweten ziet mogelijkheden om de armen te helpen met deze weldaad. Net als hij deze schatkamer in wil stappen, ziet ook hij een waas voor z'n ogen en lost de illusie op: in plaats van een schatkamer, ligt er in het midden van de ruimte een plas zeer agressief zuur waar Storm bijna in was gaan staan! Elf besluit om deze beproeving even rustig te verwerken en gaat in de derde kamer op de steen zitten om alles eens goed te overdenken. Tijdens zijn meditatie lost de steen op en plots zit hij op het missende kistje. In dit kistje zit een ring van helder glas, met ingelegd een robijntje. Als Elf dit oppakt, gaat er in deze kamer een stuk van de muur opzij en kunnen we verder.
  5. In de vijfde kamer treffen we eindelijk de ontsnapte Boggle, maar die maakt geen schijn van kans. Midden in deze kamer staat een sokkel, met de inscriptie "Geef mij een doos zonder scharnier of handvat; Het is het wonder van nieuw leven dat het bevat!". Zonder enige twijfel legt Lia het onderweg gevonden kristallen ei op de sokkel, en een deel van de muur schuift open; een doorgang terug naar de trap naar boven.


Een korte inspectie door de rest van de wijk leert dat er geen grote monsters meer zijn. Storm, Elf en Lia zijn overigens wel toe aan wat rust, dus besluiten ze terug te gaan naar het tentenkamp en bij Markies Guiseppe verslag uit te brengen.


Reacties