Doorgaan naar hoofdcontent

Ch 02 - De Blight Tower

Anneabrimbor de Ranger vertrouwt de Blights niet die hij met de Coole Gasten vorige week heeft gezien in het Arn-bos, en wil op onderzoek uit om te kijken welke duistere magie verantwoordelijk is voor het verrijzen van deze plant-monsters. Hij roept Lia, Storm en Elf bij zich in de Ranger's Lodge Berenloft, en samen besluiten ze om het bos nogmaals te bezoeken.

Bij het bos van Arn treffen de Coole Gasten een begraafplaats, waar de arme overledenen uit Ascore worden begraven. Een aantal van de graven blijkt te zijn omgespit. Waarschijnlijk niet het werk van de Blights, maar als iemand zulke onheilige dingen als grafschennis doet, kunnen de Blights hier wel door ontstaan.

Er leidt een karrenspoor het bos in. Na het pad voor het betere deel van een uur te hebben gevolgd, wordt de party beslopen door een roedel van drie hongerige wolven. Terwijl iedereen de wapens trekt, stapt Anni naar voren met z'n hand omhoog. Hij mompelt wat geruststellende woorden - dat de haren omhoog gaan staan op ieders armen maakt het subtiele gebruik van magie duidelijk - om de wolven te kalmeren. Wat rantsoenen die naast het pad worden gegooid en de wolven besluiten dat ze beter van dat aanbod gebruiken kunnen maken.

Het karrenspoor komt uit bij een open plek waar een dikke vierkante toren staat, opgetrokken uit een donker gesteente. Er is een stevige eikenhouten deur, op een kier, en een valhek dat erboven gemonteerd is. Op de top staat een ijzeren mast, en terwijl de Coole Gasten de open plek oplopen, schiet er een bliksemstraal uit de bewolkte hemelen op de mast. Er breken drie elektrische bogen af die in de rijpe bosgrond inslaan; Blights rijzen uit de verschroeide plekken. Terwijl de Blights de party naderen, klinkt er uit een van de spaarzame ramen boven in de toren "HAHAHAHA, het LEEFT! Gruumsh zij geprezen!"

Anni stormt op de deur af en neemt het genootschap met zich mee. Anni dekt de achterkant van de stoet af tegen de aanstormende Blights terwijl de Coole Gasten door de deur gaan. Elf, op de kop van de stoet, merkt hoe zijn gezicht onder de spinnenwebben zit als ook Storm en Lia door de deur komen. Voordat Anni mee naar binnen kan komen, valt het valhek naar beneden. "Zoek uit wie er in die toren zit! Ik reken af met de Blights", horen ze Anni nog roepen. Op het valhek zit een Giant Spider, een spin zo groot als een Bouvier - terwijl Lia en Storm die afleiden, scheurt Elf 'm compleet uit elkaar met zijn twee dolken. Hierna kijkt de party om zich heen en zien ze dat ze in een opslagruimte staan: een aantal bergingen langs de kant, een paar kratten op de vloer, de kar waarmee de begraafplaats is bezocht. Er loopt een ketting naar het valhek om deze weer te openen, maar zo te zien zit de bediening hiervan op een hogere verdieping.


Elf besluit om alles in deze bergingsruimte eens goed te onderzoeken en dat levert hem aardig wat op: vijf toortsen die Storm wel wil hebben, een tweehandig greatsword, een drankje (met helende werking, maar dat weten ze nog niet), een edelsteen (Lapis Lazuli, t.w.v. 40 gold pieces, maar dat weten ze ook nog niet) en nog 23gp onder de bok van de kar.

Hierna kan de aandacht worden gevestigd op de deur achterin de ruimte - of tenminste de stenen poort met het blauwe kristal erboven. Naast de poort zitten twee draaischijven, die na enig experimenteren stroom blijken te genereren. De stroom wordt door twee kabels naar het kristal geleid, waar een lichtflits voorafgaat aan het openschuiven van de muur. Achter de wand zit een trap naar de eerste verdieping.

Op de eerste verdieping zijn twee deuren. Achter de linkerdeur zit een gang die uitkomt bij een tweede kristal, maar de Coole Gasten zien meteen dat een van de wielen ontbreekt. Men kijkt achter de rechterdeur om te zien of het wiel daar ligt, en jawel! Maar ook drie skeletten. Een korte schermutseling later, waarbij Storm's hamer korte metten maakte met de bony bois, en het wiel kan worden opgepikt. Echter, bij het betreden van de linkergang ontdekt Storm op pijnlijke wijze dat er vallen verstopt zijn. Nadat Storm een pijltje uit z'n kont heeft gepeuterd, besloot Elf om te zoeken naar nog meer vallen, en jawel, nog twee verdachte tegels worden onschadelijk gemaakt. De weg is vrij naar de tweede verdieping.

In de top van de toren treffen ze een Orc, dienaar van Gruumsh: Lange zwarte mantel, morgenster, groot symbool van Gruumsh om zijn nek en een missend oog. Ook zijn 'projectje' zit in deze kamer - een zombie staat op van een soort operatietafel die is geplaatst onder de stam van de ijzeren mast. Aan die stam zit een raamwerk van elegante krullen om de bliksem bij gebruik juist over de operatietafel te geleiden, mede gestuurd door een aan de muur bevestigd bedieningspaneel. In de verre hoek van de kamer staat een bureau waarop diverse aantekeningen, prototypes en dergelijke slingeren.

Terwijl Lia en Elf de strijd aangaan met de Orc, voelt Storm dat de zombie een schending is van alles dat mooi en heilig is en uit naam van Bahamut stapt hij erop af. Lia probeert de Orc uit te schakelen met Tasha's Hideous Laughter, maar helaas zonder effect. De twee dolken die Elf in de buik van de Orc steekt hebben duidelijk meer effect. Ondertussen wisselen Storm en de zombie wat slagen uit. De Orc roept de macht van Gruumsh tot zich - zwarte slierten energie verschijnen uit de lucht en bundelen zich in zijn hand. Hij tikt Elf aan, en zonder enig geluid noch een lichtflits, valt Elf dood achterover.

Al vechtend besluit Storm om zich richting de schermutseling te bewegen tussen Lia en de Orc, en hij is net op tijd om een slag van de Orc te blokkeren die op Lia is gericht - zijn extra training met het schild betaalt zich uit. De Orc roept nogmaals de macht van Gruumsh op, raakt de grond aan, en waar de avonturiers staan schieten donker-paarse tentakels uit de grond die hun lichaam intrekken. Lia schudt deze aanval van zich af, maar Storm voelt hoe de energie uit zijn lijf wordt gezogen. Nadat de tentakels hem tot op het bot beroerden, is hij stroever en vermoeider in zijn bewegingen.

Ondertussen wordt de kleur op Elf's wangen steeds grauwer - het beetje leven dat Elf nog bezit heeft steeds meer moeite om in zijn lijf te blijven - dus Storm besluit om de laatste helende energie die hij heeft op Elf los te laten. Elf komt weer bij kennis, maar op hetzelfde moment laat de Orc een nevel van blauwe energie los over de Coole Gasten en valt Elf prompt in slaap. Deze keer weet Storm de spreuk wel van zich af te schudden, en Lia blijkt in het geheel immuun te zijn voor dit soort slaap-effecten.

Storm stond nog over Elf heengebogen, en terwijl hij slagen van de zombie afweert is hij in staat om Elf weer wakker te schudden. Elf is op dit moment zeventig centimeter pure woede: dood, in slaap gewiegd, niets blijft hem bespaard. Met een aanloop rent hij langs Storm, Lia en de Orc, springt tegen de muur achter de Orc, loopt drie stappen horizontaal over de muur en plant van achteren zijn beide dolken in de rug van de Orc, op de plek waar een tel eerder z'n longen nog zaten. De Orc valt dood op de grond en Storm voelt hoe de vermoeidheid - de spreuk met de paarse tentakels was 'm altijd nog bijgebleven - van hem afglijdt. Dit geeft hem de kracht om de zombie tot moes te slaan, en tevreden kijkt de party neer op wat ze hebben aangericht.

Op het bedieningspaneel zit ook de hendel voor het valhek, maar voordat ze dat kunnen gebruiken, rijst de zombie weer op. Nog voordat Elf of Storm kunnen reageren, draait Lia zich sierlijk om in een pirouette. Ze maakt een compleet rondje, en het feit dat de zombie niet langer een hoofd heeft is het enige dat suggereert dat haar zwaard uit de schede is geweest, maar niemand heeft het daadwerkelijk gezien. De zombie weet nu wel beter dan weer te herrijzen, en de Coole Gasten besluiten om de toren te verlaten.

In de opslag op de begane grond komen ze Anneabrimbor weer tegen, en moegestreden besluit men om in de toren de nacht door te brengen. De volgende dag vangt de terugreis naar Vriespunt weer aan.

Reacties